Perspectief.
Wanneer je de opdracht krijgt om het verhaal van Sneeuwwitje vanuit het perspectief van de appel te vertellen, denk je: waar moet ik beginnen? Dat was in eerste instantie mijn gedachte bij deze opdracht. Ik besloot om een sc`ene uit het verhaal van Sneeuwwitje te kiezen en maar gewoon te gaan typen. Uiteindelijk kon ik niet meer stoppen, maar toch moest het eindigen bij de 350 woorden. Mijn eerste concept is als eerste te vinden, ten tweede vindt u mijn verkregen feedback en mijn herschreven verhaal. Ten slotte is mijn gegeven feedback aan mijn klasgenoot te vinden.
Eerste concept
Het was een rustige ochtend. Het briesje wat uit het bos voortkomt, glijdt langs mijn schil. Ik lig in het picknickmandje, bedekt onder een rood-wit geruit doekje. De voetstappen van de heks klinken luidt. Het lijkt wel alsof ze haast heeft. De verse lentegeur komt ons tegemoet vanuit het bos. Ze maakt een lange wandeling, over de bospaadjes, over het bruggetje. Niks anders te zien dan bomen en struiken. Pardoes staat de heks stil. Ze zet het picknickmandje op de grond. Vanaf de grond lijkt ze heel groot, maar door haar grote bochel op haar rug is het een kleine vrouw. Ze gebruikt haar magie op me, waarom snap ik niet. Plotseling voelt het alsof mijn schil er wordt afgesneden en ik verkramp van binnen. Dat kan niet goed zijn!
We naderen een klein, schattig huisje met een stenen paadje naar de voordeur. De heks belt aan. Ding dong klinkt het. Een mooie vrouw met zwart haar opent de deur. Ik weet wie dat is! Dat is Sneeuwwitje, de heks praat dagelijks over haar. Haar armen strekken zich uit naar mij en ik voel haar lange, zachte vingers mij omhelzen. Oh nee, denk ik, ik heb al door wat hier gebeurt! De heks heeft mij met zwarte magie betoverd, ik ben vergiftigd!
Ik hoor de voetstappen van de heks, maar die worden steeds zachter. Ze laat mij hier achter bij Sneeuwwitje. Als ze maar geen hap van me neemt, want wat zal er dan gebeuren. ‘Doe het niet’, probeer ik Sneeuwwitje wijs te maken. Maar het is al te laat. De parelwitte tanden grijpen me en voor ik het weet val ik op de grond. Twee meter verder kom ik tot stilstand. Het doet pijn, er is een hap uit me genomen. Wanneer ik om me heen kijk zie ik sneeuwwitje naast me, op de grond. Het vergif heeft gewerkt, Sneeuwwitje is vergiftigd.
Woorden: 313
Tekst met feedback van Linda
Het was een rustige (1)ochtend. Het briesje wat uit het bos voortkomt, glijdt langs mijn (2)schil. Ik lig in het picknickmandje, bedekt onder een rood-wit geruit doekje. De voetstappen van de (6)heks klinken (3)luidt. Het lijkt wel alsof ze haast heeft. De verse lentegeur komt ons tegemoet vanuit het (4)bos. Ze maakt een lange wandeling, over de bospaadjes, over het bruggetje. (5)Niks anders te zien dan bomen en struiken. Pardoes staat de (6)heks stil. Ze zet het picknickmandje op de grond. Vanaf de grond lijkt ze heel groot, maar door haar grote bochel op haar rug is het een kleine vrouw. Ze gebruikt haar magie op me, waarom snap ik niet. Plotseling voelt het alsof mijn schil er wordt afgesneden en ik verkramp van binnen. Dat kan niet goed zijn!
We naderen een klein, schattig huisje met een stenen paadje naar de (7)voordeur. De heks belt aan. Ding dong klinkt het. Een mooie vrouw met zwart haar opent de deur. Ik weet wie dat is! Dat is Sneeuwwitje, de heks praat dagelijks over (8)haar. Haar armen strekken zich uit naar mij en ik voel haar lange, zachte vingers mij omhelzen. Oh nee, denk ik, ik heb al door wat hier gebeurt! De heks heeft mij met zwarte magie betoverd, ik ben vergiftigd!(9)
Ik hoor de voetstappen van de heks, maar die worden steeds zachter. Ze laat mij hier achter bij Sneeuwwitje. Als ze maar geen hap van me neemt, want wat zal er dan (10)gebeuren. ‘Doe het niet’, probeer ik Sneeuwwitje (11)wijs te (12)maken. Maar het is al te laat. De parelwitte tanden grijpen me en voor ik het weet val ik op de (13)grond. Twee meter verder kom ik tot stilstand. Het doet pijn, er is een hap uit me (14)genomen. Wanneer ik om me heen kijk zie ik (15)sneeuwwitje naast me,(16) op de grond. Het vergif heeft gewerkt, (17)Sneeuwwitje is vergiftigd.
- Deze zin voegt niet veel toe aan het verhaal. Hij maakt niet nieuwsgierig. Als je hem weglaat, zit je als lezer meteen in het verhaal.
-
Door dit woord al zo vroeg te gebruiken, verklap je meteen dat het om een appel gaat. Ik zou het veranderen in: ‘glijdt langs me heen’. Dan komt de lezer er pas later achter dat het om een appel gaat.
- De ‘t’ moet weggelaten worden.
- Mooie sfeerbeschrijving.
- Een werkwoord ontbreekt. Dat kun je toevoegen: ‘Er is niets anders te zien dan..’ etc. Of maak het persoonlijk: ‘Ik zie niets anders dan..’
- Ik zou hier ‘oude vrouw’ van maken. Dan blijft het nog langer mysterieus wie de vrouw precies is.
- Mooie details in deze zin!
- Goed dat je meteen uitlegt hoe de appel weet dat het Sneeuwwitje is.
- Dit is het vierde uitroepteken in het verhaal. Ik zou niet zoveel uitroeptekens gebruiken, want dan verliest het zijn kracht.
- Zet hier een vraagteken achter in plaats van een punt.
- Als je iemand iets wijs maakt, wordt vaak gebruikt als het je iemand iets vertelt wat niet waar is (iemand iets op de mouw spelden). Daarom zou ik het anders formuleren, want de appel probeert haar te waarschuwen en niet te misleiden.
-
Hoe doet de appel dat? Hij kan niet praten toch? Door ‘Doe het niet’ lijkt het alsof de appel praat.
- Hoe valt de appel? Meer detail is mooi hier.
- ‘Er is een hap uit me genomen’ vind ik overbodig. Dat weet de lezer al door de tanden die je eerder noemde.
- Hier ontbreekt een hoofdletter.
- Komma kan weggelaten worden.
- Deze zin kan weggelaten worden. De lezer weet door ‘Het vergif heeft gewerkt’ al dat Sneeuwwitje vergiftigd is.
Commentaar
De schrijfster van het verhaal maakt goed duidelijk dat dit om een fragment van het sprookje Sneeuwwitje gaat. De lezer volgt het fragment vanuit het perspectief van de appel vanaf het moment dat de heks de appel betovert tot het moment waarop Sneeuwwitje een hap neemt. Dit is mooi uitgewerkt. Wel kan het verhaal spannender. De gebeurtenis is spannend, maar doordat de schrijfster al heel vroeg belangrijke elementen van het verhaal laat doorschemeren, verliest het veel van die spanning al in het begin van het verhaal. De schrijfster laat bijvoorbeeld al in de tweede zin merken dat het om een appel gaat en in de achtste zin dat het om een heks gaat (die dus iets slechts van plan is). Door dit pas later in het verhaal naar voren te laten komen, kan de schrijfster de spanning vergroten. Er zitten details in het verhaal op de juiste momenten, al mis ik hier en daar details. Bijvoorbeeld tijdens de val van de appel. De sfeer wordt wel mooi neergezet en er is goed nagedacht over wat een appel kan zien, horen, voelen en weten.
Er staan een paar spelfouten in het verhaal en er worden iets te veel uitroeptekens gebruikt naar mijn smaak, maar over het algemeen ziet het er goed uit. Wel denk ik dat het verhaal sterker kan door minder te vertellen en meer te showen. Zo staan er een aantal zinnen in het verhaal die overbodig zijn, zoals: ‘Sneeuwwitje is vergiftigd’ en ‘Er is een hap uit me genomen’. Dit kan de lezer al uit eerdere zinnen in het verhaal halen. Hoewel het verhaal geen verrassing is voor de lezer omdat de meeste lezers het sprookje Sneeuwwitje al kennen, is de sfeer goed neergezet en is het boeiend om het te lezen vanuit het perspectief van de appel.
Herschreven verhaal
Het briesje wat uit het bos voortkomt, glijdt langs me heen. Ik lig in het picknickmandje, bedekt onder een rood-wit geruit doekje. De voetstappen van de oude vrouw klinken luid. Het lijkt wel alsof ze haast heeft. De verse lentegeur komt ons tegemoet vanuit het bos. Ze maakt een lange wandeling, over de bospaadjes, over het bruggetje. Om me heen is er niks anders te zien dan bomen en struiken. Pardoes staat ze stil. Ze zet het picknickmandje op de grond. Vanaf de grond lijkt ze heel groot, maar door haar grote bochel op haar rug is het maar een kleine vrouw. Ze gebruikt haar magie op me, waarom snap ik niet. Ik raak in de war. Plotseling voelt het alsof mijn schil er wordt afgesneden en ik verkramp van binnen. Dat kan niet goed zijn…
We naderen een klein, schattig huisje met een stenen paadje naar de voordeur. De heks belt aan. Ding dong klinkt het. Een mooie vrouw met zwart haar opent de deur. Ik weet wie dat is! Dat is Sneeuwwitje, de heks praat dagelijks over haar. Haar armen strekken zich uit naar mij en ik voel haar lange, zachte vingers mij omhelzen. Oh nee, denk ik, ik heb al door wat hier gebeurt. De heks heeft mij met zwarte magie betoverd, ik ben vergiftigd!
Ik hoor de voetstappen van de heks, maar die worden steeds zachter. Ze laat mij hier achter bij Sneeuwwitje. Als ze maar geen hap van me neemt, want wat zal er dan gebeuren? Ik wil Sneeuwwitje waarschuwen en haar zeggen dat ze me niet op moet eten, maar ze spreekt mijn taal niet. Het is al te laat. De parelwitte tanden grijpen me en voor ik het weet val ik naar beneden. Met een harde bonk, alsof twee biljartballen tegen elkaar aanbotsen, ontmoeten de grond en ik elkaar. Mijn hele schil vervuild terwijl ik verder rol. Twee meter verder kom ik eindelijk tot stilstand. Ik voel me beurs en het doet pijn. Ik ben niet meer een geheel. Wanneer ik om me heen kijk zie ik Sneeuwwitje naast me op de grond. Het vergif heeft gewerkt.
Woorden: 346
Gegeven feedback aan Linda
Boven me hoor ik een schelle stem. ‘Heerlijk fruit te koop. Proef dit prachtige fruit.’ Ik rol tegen de zijkant van de mand en kan door de kieren van het geweven hout kijken. Blauwe en groene vlakken wisselen elkaar af.(1) Ik heb geen idee waar ik ben. Een paar anderen rollen tegen me aan. Door de druk verdwijn ik naar beneden en ik voel hoe een splinter zich in mijn schil boort. Het is hier warmer. Het hout is hier dicht (2) en de wind kan ik niet voelen. De anderen beschermen me tegen de kou. ‘Liefje, wil je proeven? Kijk hoe mooi ze zijn.’ Ik zie niets moois aan de anderen. Ze zijn bleekgroen en sommigen zijn ingedeukt, zoals het klepje van een gebruikt pakje sigaretten(3). Ineens rollen ze van me af. Een gerimpelde hand omklemt me en de warmte maakt plaats voor kou. ‘Hij is prachtig. Zo mooi rood ook.’ Het is een andere stem. Een zachte, warme stem. Ik wil mezelf in de richting van de stem bewegen(4), maar de hand houdt me zo stevig vast dat ik bang ben dat ik indeuk wanneer ik dat doe. ‘Neem maar een hap,’ zegt de schelle stem. ‘Je mag hem wel proeven.’ Iets tikt me aan. Een tintelend gevoel verspreidt zich over mijn schil. De klemmende hand verdwijnt en ik rol in een andere. Het tilt me op en de hete lucht van haar adem maakt me zacht. Ineens voel ik iets scherps dat zich steeds dieper in mijn schil duwt. Ik hoor een knarsend geluid en voel iets losscheuren. Voor ik besef dat ik niet langer compleet ben, laat de zachte hand me los en voel ik niets anders dan de ijskoude wind tot ik de grond raak. De pijn kruipt langzaam over mijn schil en het diepe rood maakt plaats voor een bruine kleur, zoals ik bij de anderen gezien heb. Ik zie niets moois meer.
Woorden: 318
- ‘Blauwe en groene vlakken wisselen elkaar af’, wat voor een vlakken zijn dit? Waar ben je precies en waarom zijn de vlakken blauw en groen?
- Bedoel je hiermee het hout van het mandje of is het mandje ergens ingezet?
- Leuke vergelijking!
- De ‘ik’ in het verhaal wordt vastgehouden. Hoe wil de ‘ik’ in een bepaalde richting bewegen?
Commentaar
Het verhaal is erg goed geschreven! Het verhaal verraadt dat het perspectief bij de appel ligt, maar niet te veel. Tegelijkertijd wordt ook verteld wat er daadwerkelijk gebeurt. Het ligt er dus niet te dik bovenop. De keuze van woorden spreken bij erg aan. Verschillende aspecten worden goed beschreven door middel van bijvoeglijke naamwoorden. Maar er staan niet té veel bijvoeglijke naamwoorden in. Veel woorden verraden het perspectief van de appel, deze woorden zijn: fruit, schil, proeven, hap, bleekgroen, diepe rood en bruine kleur. Het perspectief is consequent gehanteerd. Er is geen moment in het verhaal dat de schrijver afwijkt van het perspectief. Tegelijkertijd is het verhaal goed te volgen. De enige onduidelijkheid voor mij als lezer zijn de blauwe en groene vlakken. Voor mij is dit een overbodige zin, aangezien er niet duidelijk wordt gemaakt wat voor een vlakken dit zijn en wat er precies te zien is. Aan de andere kant weet de ik-persoon het ook niet, omdat er wordt gezegd: ‘Ik heb geen idee waar ik ben’.
Maak jouw eigen website met JouwWeb